Wat is Spiritisme?

Het Spiritisme is het geheel van principes en wetten die werden onthuld door hogere geesten en die in de werken van Allan Kardec werden samengebracht tot de op schrift gestelde spiritistische leer in de volgende boeken:

  • Het Boek der Geesten,
  • Het Evangelie volgens het Spiritisme,
  • Het Boek der Mediums,
  • Hemel en Hel,
  • Genesis

Deze vijf boeken worden ook “de basisboeken” genoemd.

“Het spiritisme is een wetenschap betreffende de natuur, de oorsprong en de bestemming van de geesten, evenals hun relaties met de lichamelijke wereld.”  Allan Kardec  (Qu’est-ce que c’est le spiritisme – Wat het spiritisme inhoudt)

“Het spiritisme brengt wat Jezus heeft gezegd met betrekking tot de beloofde Vertrooster: de kennis der zaken, zodat de mens weet waar hij vandaan komt, waarheen hij gaat en waarom hij op aarde is; de spiritistische leer maakt dat we ons aangetrokken voelen tot de ware principes van Gods wet en brengt ons troost door middel van geloof en hoop.” Allan Kardec  (L’Évangile selon le Spiritisme – Het Evangelie volgens het spiritisme – hfdst VI – 4)

Wat het Spiritisme onthult

Het onthult nieuwe en dieper gaande begrippen aangaande God, het universum, de mensheid, de geesten en de wetten die het leven beheersen.

Het onthult ook wie wij zijn, waar wij vandaan komen, waarheen wij gaan, wat de bedoeling is van ons bestaan en het waarom van pijn en lijden.

Reikwijdte van het Spiritisme

Met de spiritistische begrippen over de mensheid en over al wat de mens omringt, betreedt het spiritisme alle domeinen van de kennis en activiteiten van de mens en doet daarmee een nieuw tijdperk van regeneratie voor de mensheid aanbreken.

De spiritistische leer kan en moet worden bestudeerd, geanalyseerd en toegepast op alle fundamentele aspecten van het leven, zoals de wetenschappen, filosofie, godsdienst, ethiek, moraal, opvoeding en de maatschappij.

De basisleer van het Spiritisme

  • God is de opperste wijsheid, de eerste oorzaak van alle dingen. Hij is eeuwig, onveranderlijk, immaterieel, uniek, almachtig, oneindig rechtvaardig en goed.
  • Het universum is geschapen door God. Het omvat alle rationele en irrationele, levende en dode, materiële en immateriële wezens.
  • Naast de lichamelijke wereld, de woonplaats van de geïncarneerde geesten ofwel de mensen, bestaat er een geestelijke wereld, de woonplaats van de zielen die het vleselijke lichaam hebben verlaten.
  • In het heelal bevinden zich nog andere bewoonde werelden met wezens op verschillende evolutieniveaus: met een gelijke, hogere of lagere graad van evolutie dan de mens.
  • Alle natuurwetten zijn goddelijke wetten, want God heeft ze allemaal gemaakt. Zij omvatten zowel de fysische als de morele wetten.
  • De mens is een geest die is geïncarneerd in een materieel lichaam. Het perispirit is het half materiële lichaam dat de geest verbindt met het materiële lichaam.
  • De geesten zijn de intelligente wezens van de schepping. Zij vormen de geestenwereld die eerder bestond en alles overleeft.
  • Geesten worden simpel en onwetend geschapen. Zij evolueren op intellectueel en moreel gebied en gaan zo van een lagere rang naar een hogere, totdat zij de volmaaktheid bereiken en een onveranderlijk gevoel van geluk genieten.
  • Geesten behouden hun individualiteit vóór, tijdens en na elke incarnatie.
  • Geesten incarneren zo vaak als noodzakelijk is voor hun eigen groeiproces.
  • Geesten evolueren altijd. Tijdens hun veelvuldige lichamelijke levens kan hun evolutie stil blijven staan, maar zal nooit achteruit gaan. De snelheid van hun intellectuele en morele groei hangt af van de inspanningen die zij zich getroosten om de staat van volmaaktheid te bereiken.
  • Geesten behoren tot verschillende categorieën, conform de graad van volmaaktheid die ze hebben bereikt: pure geesten die volledig volmaakt zijn; goede geesten waarin het verlangen naar het goede overheerst; onvolmaakte geesten die herkenbaar zijn aan hun onwetendheid, hun verlangen naar het kwaad en hun lagere driften.
  • Er zijn voortdurend contacten tussen geesten en mensen en deze hebben altijd bestaan. Goede geesten zetten ons aan tot het goede, bieden ons steun tijdens de beproevingen van het  leven en helpen ons deze moedig en met overgave te verdragen. Onvolmaakte geesten sporen ons aan tot het begaan van fouten.
  • Jezus is gids en voorbeeld voor de gehele mensheid. De leer die hij onderwees en waar Hij zelf een lichtend voorbeeld van was, is de meest zuivere uitdrukking van Gods Wet.
  • De christelijke moraal, zoals verwoord in het Evangelie, is een veilige handleiding voor de evolutie van elk mens, en de toepassing ervan in de praktijk vormt de oplossing voor alle menselijke problemen en het einddoel van de mensheid.
  • De mens beschikt over een vrije wil om te handelen, maar is verantwoordelijk voor de gevolgen van zijn daden.
  • Het toekomstige leven bezorgt de mens lijden en genot in overeenstemming met zijn handelingen met of zonder respect voor Gods Wet.
  • Het gebed is een daad van Godsverering. Het is een natuurlijke wet en het gevolg van een aangeboren gevoel van de mens, evenals het idee van het bestaan van de Schepper aangeboren is.
  • Gebed verbetert een mens. Wie met hartstocht en vertrouwen bidt, bewapent zich tegen bekoringen, en God zal hem goede geesten zenden teneinde hem bij te staan. Deze hulp zal nooit worden geweigerd wanneer er oprecht om wordt verzocht.